Terug naar bovenliggende pagina

Hoofdstuk 7: Enkel / onderbeen

7.0 Enkel-onderbeen

Veelal zijn 3 zittingen podotherapie nodig: 1 zitting voor het podotherapeutisch onderzoek, 1 zitting voor de aflevering van benodigde hulpmiddelen en voor advisering van de patiënt, 1 zitting voor controle van hulpmiddelen en het opvolgen van de adviezen. Op indicatie kunnen per jaar – in enkele gevallen – nog 1 of 2 nacontroles plaats moeten vinden.

7.1  Achillodynie

moment verwijzing  : bij acute en/of chronische klachten
klachten  : pijn en/of zwelling 3-6 cm boven de insertie van de achillespees.Pijn in het begin van of na belasting, met name bij sporters die veel hardlopen.
behandeling  : corrigerende podotherapeutische zolen afhankelijk van de afwijkingen in het looppatroon (zoals supinatie/pronatie).Schoenadvies. Trainingsadvies wat betreft de mate van belasting en de ondergrond. Gedoseerd rekken van de kuitspieren.Bij voorkeur in combinatie met fysiotherapie behandelen.
verwacht resultaat  : redelijk tot goed. Bij onvoldoende herstel kans op achillespeesruptuur

Meer informatie over achillespeesklachten vind u op onze website onder deze link.

7.2  Anterior tibiotalair compressiesyndroom

moment verwijzing  : bij klachten. Veel voorkomend bij voetballers en balletdansers.
klachten  : pijn aan de anteriore zijde van de enkel, extensie in het bovenste spronggewricht is pijnlijk.
behandeling  : afhankelijk van de duur van de aandoening wordt een hakverhoging geadviseerd.Bij exostosen kan chirurgisch ingrijpen worden overwogen.
verwacht resultaat  : matig tot goed, afhankelijk van reeds ontstane schade

7.3  Artrose in het bovenste spronggewricht

moment verwijzing  : bij klachten, na röntgenologische diagnostiek
klachten  : startstijfheid en/of pijn in de enkel.
behandeling  : de beperking van de dorsaalflexie belemmert een normale voetafwikkeling.Hiervoor kan een hakverhoging in de schoen worden aangebracht.Daarnaast ontstaat vaak een compensatoir looppatroon (zoals overpronatie) hetgeen andere klachten kan veroorzaken eneen foutieve belasting geeft van de overige voetgewrichten.Een compensatoir looppatroon is een indicatie voor corrigerende podotherapeutische zolen. ALTIJD podotherapie in combinatie met fysio- en/of manuele therapie.
verwacht resultaat  : de arthrose is blijvend. Redelijk tot goede vermindering van de pijnklachten.

7.4  Compressie-neuropathie van de n. peroneus communis (t.h.v. het collum fibulae)

zie ter vergelijking ook compressieneuropathie van de n. peroneus profundus (bij 5.3) en van de n. peroneus superficialis (bij 6.8)

moment verwijzing  : bij klachten (vaak chronisch na inversietrauma)
klachten  : pijn in het anterolaterodistale deel van het onderbeen, dorsum van de voet en de eerste vier tenen
behandeling  : corrigerende podotherapeutische zolen (met laterale wig) ter vermindering van de spanning op de fascia van het onderbeen ende Mm. peronei
verwacht resultaat  : goed, afhankelijk van de mate van beschadiging van het zenuwweefsel.Bij onvoldoende resultaat kan operatief ingrijpen worden overwogen.

7.5  Eversietrauma

moment verwijzing  : bij blijvende/chronische klachten na een eversietrauma van de enkel. Een (partiële-) ruptuur is zeldzaam,meestal is er sprake van chronische overbelasting.
klachten  : pijn aan de mediale zijde van de enkel, met name bij belasten, en beperkingen in het lopen.Ook komt pijn aan de laterale zijde van de enkel voor, ten gevolge van compressie.
behandeling  : opheffen van de oorzaak, meestal een valgusstand van de calcaneus en/of overpronatie tijdens het lopen.Meestal zijn corrigerende podotherapeutische zolen geïndiceerd. Bij acute klachten (tevens) taping. Spierversterkende oefeningen.
verwacht resultaat  : goed tot klachtenvrij. Podotherapeutische zolen moeten soms blijvend worden toegepast, samenhangend met de mate van afwijking.

7.6 Insertietendopathie van de pes anserinus (superficialis)

moment verwijzing  : bij klachten
klachten  : pijn en lichte zwelling op de tibia, medioventraal en distaal van de knie. Vaak bij zwemmers en lange-afstandlopers,ook als complicatie bij gonarthrosis.
behandeling  : vanwege de mediale insertie is de oorzaak meestal overpronatie en/of valgisatie van de voet.Opheffen van de oorzaak door corrigerende podotherapeutische zolen en (sport-)schoenadvies.
verwacht resultaat  : klachtenvermindering tot klachtenvrij

 7.7  Instabiliteit van de enkel

zie onder achtervoet bij 6.14

7.8  Inversietrauma

moment verwijzing  : bij blijvende/chronische klachten na een (chronisch) inversietrauma van de enkel en bij een recidiverend inversietrauma
klachten  : pijn, meestal ter hoogte van de laterale zijde van de enkel of instabiliteit.Soms wordt mediaal pijn aangegeven ten gevolge van compressie en een beperking in het lopen.
behandeling  : opheffen van de oorzaak (vaak instabiliteit van de enkel en/of supinatie in het subtalaire gewrichttijdens het lopen en/of een varusstand van de calcaneus).Corrigerende taping (in afwachting van het aanmeten van een podotherapeutische zool), gevolgd doorcorrigerende podotherapeutische zolen.
verwacht resultaat  : goed, klachtenvrij. De therapie moet vaak langdurig worden toegepast, om recidief te voorkomen.

7.9 Loge syndroom / compartimentensyndroom

moment verwijzing  : bij klachten
klachten  : pijn/ stijfheid aan de laterale zijde van de tibia na inspanning.Soms tintelingen/doof gevoel in de hallux en digitus 2 en/of zwelling van het spiercompartiment.In extreme gevallen zeer hevige pijn en funtiolaesie van de hallux en/of de voet.
behandeling  : nagaan voetstand en functie: tijdens pronatie/valgisatie vande voet ontstaat tractie op origo van o.a. de m. tibialis anterior.Tevens ontstaat compressie aan de laterale zijde van het onderbeen.Bij een beperkte dorsaalflexie in het bovenste spronggewricht moeten de dorsaalflexoren van de voet een grotereactiviteit leveren om slepen van de voet over de grond te voorkomen. Als voetstand en/of -functie een rol spelen in het ontstaan van de klachten: opheffen van de oorzaak met corrigerende podotherapeutische zolen. Als dorsaalflexie van de voet beperkt is: zie voor behandeling bij punt 7.16. Onder fysiotherapeutische begeleiding trainen van de spiergroep.
verwacht resultaat  : afhankelijk van mate van invloed van overige risicofactoren.

7.10 Sinus tarsi syndroom

moment verwijzing  : bij klachten ter hoogte van de sinus tarsi, vaak na een distorsie maar ook wel door compressie
klachten  : uitstralende pijn (ter hoogte van de sinus tarsi) bij belasting
behandeling  : afhankelijk van de oorzaak: taping, corrigerende podotherapeutische zool
verwacht resultaat  : redelijk tot goed. Soms in combinatie met andere therapieën zoals corticosteroïd-injecties (niet door de podotherapeut).

7.11 Tarsaal tunnel syndroom (compressie van de n. tibialis onder het retinaculum flexorum achter de mediale malleolus)

zie onder achtervoet bij 6.19

7.12 Tendinitis/tenosynoviïtis m. peroneus brevis

zie onder achtervoet bij 6.20

7.13 Tendinitis/tenosynovinis m. tibialis anterior

zie onder achtervoet bij 6.21

7.14 Tendinitis/tenosynoviïtis m. tibialis posterior

zie onder achtervoet bij 6.22

7.15 Tibiaal stress syndroom (voorheen aangeduid als `shin-splints’; meestal betreft het een insertie tendopathie van de m. tibialis posterior of anterior)

moment verwijzing  : bij klachten na intensieve belasting
klachten  : pijn op het scheenbeen bij of na belasting, zwelling, functiolaesie
behandeling  : opheffen van de oorzaak (meestal correctie van een valgisatie en overpronatie).Taping, vooral bij acute klachten. Meestal corrigerende podotherapeutische zolen en (sport-) schoenadvies.
verwacht resultaat  : goed, klachtenvrij

Meer informatie over scheenbeen gerelateerde klachten vind u op onze website onder deze link.

7.16 Verminderde dorsaalflexie in het enkelgewricht

moment verwijzing  : bij klachten
klachten  : vaak pijn rond het bovenste spronggewricht, soms opandere lokaties (b.v. voorvoet) door een compensatoir looppatroon
behandeling  : achterhalen van de oorzaak:- myogeen (verkorting van de kuitmusculatuur): (tijdelijke) hakverhoging in de schoen.Altijd in combinatie met rekoefeningen van de kuitspieren.- articulair (b.v. posttraumatisch, postoperatief, congenitaal): blijvende hakverhoging in de schoen.Eventueel corrigerende podotherapeutische zolen ter bevordering van een optimale afwikkeling van de voet. Bij voorkeur samenwerking met manueel therapeut.
verwacht resultaat  : redelijk tot goed. De verminderde bewegingsuitslag in het gewricht is niet op te heffen (door de podotherapeut)indien het een articulaire oorzaak heeft, maar wel indien de oorzaak myogeen is, afhankelijk van de mate van deverkorting en de leeftijd en therapietrouw van de patiënt.

 

Terug naar bovenliggende pagina