Terug naar bovenliggende pagina

Hoofdstuk 3: Tenen

3.0 Tenen

Veelal zijn 3 zittingen podotherapie nodig: 1 zitting voor het podotherapeutisch onderzoek, 1 zitting voor de aflevering van benodigde hulpmiddelen en voor advisering van de patiënt, 1 zitting voor controle van hulpmiddelen en het opvolgen van de adviezen. Op indicatie kunnen per jaar – in enkele gevallen – nog 1 of 2 nacontroles plaats moeten vinden.

N.B. ook combinaties van afwijkende teenstand komen veel voor, zoals een hallux valgus met klauwstand van de overige digiti.

3.1  Bursa / bursitis (slijmbeursontsteking)

moment verwijzing  : zo snel mogelijk
klachten  : pijn, zwelling, roodheid, warmte
behandeling  : drukvrij leggen met viltverband en/of (siliconen)orthese. Opheffen van de oorzaak, schoenadvies, zo nodig aanmeten van een podotherapeutische zool.Bij blijvende ontsteking met roodheid en zwelling de bursa openmaken, eventueel behandelen met fenol.
verwacht resultaat  : goed, snel pijnvrij. Vaak blijvende (orthesen en/of podotherapeutische zool) therapie nodig.

3.2  Capsulitis (onsteking/irritatie van het gewrichtskapsel) 

moment verwijzing  : bij klachten
klachten  : pijn met dragen van schoenen, pijn bij belasting, zwelling
behandeling  : in acute fase: viltbandage. Daarna (corrigerende en/of) protectieve (siliconen)orthese. Schoenadvies.
verwacht resultaat  :  vermindering van pijnklachten

3.3  Chronische (sub)luxatie

moment verwijzing  : bij klachten
klachten  : pijn of problemen bij lopen
behandeling  : nagaan of de klachten niet worden veroorzaakt door het schoeisel. Spalken met (siliconen-)orthese, soms blijvend noodzakelijk.Bij acute fase van (sub)luxatie: tapen. Aanmeten van een podotherapeutische zool ter verbetering van de afwikkeling van de voet
verwacht resultaat  : goed, pijnvrij

3.4  Exostosen / exostose / osteofyt / osteofyten

moment verwijzing  : bij klachten
klachten  : pijn, problemen met lopen of schoenproblematiek
behandeling  : drukvrij leggen door protectieve en/of corrigerende (siliconen-)orthese. Schoenadvies. Eventueel schoenmodificatie.
verwacht resultaat  : exostose blijft aanwezig, patiënt is wel klachtenvrij

3.5  Hallux valgus

Zie vanwege de lokalisatie van het achterliggende probleem onder voorvoet bij 4.8

3.6  Hallux limitus / hallux rigidus

Zie vanwege de lokalisatie van het achterliggende probleem onder voorvoet bij 4.9

3.7  Hamerstand digiti / hamerteen / klauwstand digiti / klauwteen

moment verwijzing  : bij klachten; preventief bij kinderen
klachten  : pijn, eeltvorming, schoenproblemen. Kinderen hebben vaak geen klachten.
behandeling  : verwijderen van eelt indien noodzakelijk.Schoenadvies.

– bij voldoende beweeglijkheid van de digiti: corrigerende (siliconen)orthese ter verbetering van de stand van de tenen

– bij onvoldoende beweeglijkheid van de digiti: protectieve (siliconen)orthese

Als de voetfunctie een rol speelt in het ontstaan van de afwijkende teenstand: verbeteren van de afwikkeling van de voet door een podotherapeutische zool.

verwacht resultaat  : matig tot goed wat betreft de klachten: de stand van de tenen blijft meestal afwijkend.De (siliconen)orthese wordt waarschijnlijk blijvend toegepast.

Bij kinderen is vaak blijvende correctie te bereiken, afhankelijk van de mate van de afwijking en het moment van insturen.

Bij aanhoudende klachten en ernstige verstijving van het gewricht wordt chirurgie geadviseerd (niet bij kinderen).

 3.8  Jicht

Zie vanwege de lokalisatie van het achterliggende probleem onder voorvoet bij 4.11

3.9  Osteoid osteoom

geen verwijsindicatie podotherapie

3.10 Supraductus / infraductus digiti (tenen liggen over elkaar heen)

moment verwijzing  : bij klachten, preventief bij kinderen
klachten  : pijn, eeltvorming, schoenproblemen. Kinderen hebben vaak geen klachten.
behandeling  : verwijderen van eelt indien noodzakelijk. Schoenadvies.- bij voldoende beweeglijkheid van de digiti: corrigerende (siliconen)orthese ter verbetering van de stand van de tenen- bij onvoldoende beweeglijkheid van de digiti: protectieve (siliconen)orthese. Als de voetfunctie een rol speelt in het ontstaan van de afwijkende teenstand: verbeteren van de afwikkeling van de voet door een podotherapeutische zool.
verwacht resultaat  : matig tot goed wat betreft de klachten: de stand van de tenen blijft meestal afwijkend.De (siliconen)orthese wordt waarschijnlijk blijvend toegepast. Bij kinderen is vaak blijvende correctie te bereiken, afhankelijk van de mate van de afwijking en het moment van insturen. Bij aanhoudende klachten en ernstige verstijving van het gewricht wordt chirurgie geadviseerd (niet bij kinderen).

3.11  Wintertenen / perniones / perniosis / Raynaud fenomeen

Adviseren van wisselbaden. Voetverzorging- en schoenadvies (verminderen van de druk van de schoen op de voet).

3.12  Zandteen of volleybalteen

Zie vanwege de lokalisatie van het achterliggende probleem onder voorvoet bij 4.23

 

Terug naar bovenliggende pagina