Kinderen en aandoeningen

De kindervoet kan niet vergeleken worden met de volwassen voet. Na de geboorte zijn nog niet alle botstructuren in de voet aanwezig, tevens werken niet alle voet- en beenspieren optimaal. Dit heeft als gevolg dat voetjes van zuigelingen vaak een platte vorm vertonen, mede doordat er onder de voet een dik vetkussen zit. Baby’s trappelen graag met hun voetjes, hierdoor worden de voetspieren geprikkeld in hun ontwikkeling. Te strakke sokken, te kleine schoenen of te strak ingestopte dekens mogen dit niet belemmeren. Rond het eerste levensjaar zal een kind zijn eerste stapjes wagen. Zodra een kind zijn eigen lichaamsgewicht kan dragen zal deze uit zichzelf gaan staan en lopen. Dit mag niet overdreven gestimuleerd worden!

De ontwikkeling van een kindervoet

Als een kind de voeten belast zien we geleidelijk een verandering in de stand van de voeten en benen. Eerst staan de voeten ver uit elkaar met de benen in een O-stand om het onzekere voortbewegen te vergemakkelijken. Met vallen en opstaan worden de spieren getraind en gaat het lopen zekerder. Rond het 2e à 3e levensjaar wijzigt de O-stand van de benen zich in een X-stand, tevens vallen de voeten in deze fase vaak nog opvallend naar binnen. Vanaf ongeveer het 5e à 7e levensjaar gaan de benen een rechte vorm aannemen.

 Indicaties voor behandeling

• Overmatig struikelen
• Niet lang kunnen lopen
• Vermoeidheid in voeten en/of benen
• Hielklachten
• Afwijkende/kromme teenstand
• Ingegroeide nagel
• Knieklachten
• Heup- en rugklachten
• Pijn tijdens sporten

Werkwijze

Wij beginnen het onderzoek met een vraaggesprek naar aanleiding van de klacht. Daarna worden de bewegingsmogelijkheden van de gewrichten beoordeeld. Dit vindt plaats in zittende en staande positie. Tevens wordt het lopen beoordeeld. De bevindingen, conclusies en behandelplan worden met de patiënt en de ouders/verzorgers besproken. Tevens vindt er een terugrapportage plaats naar de huisarts of behandelend specialist.

Door tijdig ingrijpen door middel van inlegzolen kunnen bestaande pijnklachten vaak verholpen en afwijkende voet-, been- of teenstanden tijdens de groei gecorrigeerd worden.

Kinderzolen

Draagt uw kind therapeutische inlegzolen dan is bij elke grotere schoenmaat een controle nodig. Kinderzolen kunnen 1, soms 2 keer vergroot worden en op de nieuwe schoenen aangepast worden. Neem de nieuwe en de oude schoentjes altijd mee.

Tips voor kinderschoenen

Het is aan te raden om kinderen die nog niet lopen of hiermee net beginnen ruime/soepele schoenen te laten dragen. Op het moment dat ze echt gaan lopen dienen de schoenen aan bepaalde eisen te voldoen:

• Goede pasvorm in lengte, vorm en breedte van de voet.
• Een stevige goed omsloten hielpartij (=contrefort).
• De zool buigt makkelijk/soepel bij de bal van de voet, maar verder nergens.
• Verstelbare veter- of klittenbandsluiting op de wreef.
• Minimaal 1 cm lengtetoegift voor de groei en afwikkeling van de voet. De tenen moeten voldoende ruimte hebben om te kunnen wiebelen.
• Geen hak of een lage brede hak.
• LET OP: Kindervoeten groeien vaak in een ‘groeispurt’. Laat regelmatig de voeten opmeten. Houdt met aankoop van schoenen ook rekening met een zogenaamde ‘groeitoegift’.

Voor meer informatie kijk bij onze schoenadviezen.

Vergoedingen

Onze werkwijze wordt meestal (gedeeltelijk) vergoed als u aanvullend verzekerd bent. De hoogte van de vergoeding is bij iedere verzekering anders. Informeer vooraf naar de voorwaarden bij uw zorgverzekeraar. Deze informatie is bedoeld om een snelle indruk te geven over wat wij voor u kunnen betekenen. Niet alle klachten en behandelmogelijkheden kunnen hierin genoemd worden. Bij vragen kunt u contact met ons opnemen. Aan deze tekst kunnen geen rechten worden ontleend.