Terug naar bovenliggende pagina

Hoofdstuk 14: Afwijkende houding en beweging

14.0 Afwijkende houding en beweging

Veelal zijn 3 zittingen podotherapie nodig: 1 zitting voor het podotherapeutisch onderzoek, 1 zitting voor de aflevering van benodigde hulpmiddelen en voor advisering van de patiënt, 1 zitting voor controle van hulpmiddelen en het opvolgen van de adviezen. Op indicatie kunnen per jaar – in enkele gevallen – nog 1 of 2 nacontroles plaats moeten vinden.

 

14.1 Antalgische gewoontehouding

moment verwijzing  : bij persisterende klachten na fysiotherapie of oefentherapie Cesar of -Mensendieck
klachten  : surmenageklachten, wisselend van aard
behandeling  : afhankelijk van de oorzaak en de oorspronkelijke klachten, correctie van de afwijkende standen/of functie door een corrigerende podotherapeutische zool
verwacht resultaat  : afhankelijk van de oorspronkelijke klacht

 

14.2 Bekkenscheefstand ten gevolge van een (schijnbaar) beenlengteverschil

moment verwijzing  : bij klachten
klachten  : er kunnen uiteenlopende klachten aanwezig zijn in de heup-/ bekken- en/of rugregio
behandeling  : onderzoeken of daadwerkelijk sprake is van een bekkenscheefstand of een bekkenverwringing. Een bekkenscheefstand kan veroorzaakt worden door:

  • een daadwerkelijk verschil in beenlengte
  • een unilaterale standsafwijking van voet of knie. Een valgusstand zal een been “verkorten”, een varusstand zal het been “verlengen”.

Een bekkenscheefstand kan ook een unilaterale valgus/ varusstand versterken. Bij een standsafwijking worden podotherapeutische zolen gemaakt ter correctie van de standsafwijking. Bij een werkelijk beenlengteverschil wordt een (losse) verhoging gemaakt in de schoen of in de podotherapeutische zool. Vaak zal een combinatie van standscorrectie van de voeten en compensatie van het lengteverschil nodig zijn. Bij een extreem lengteverschil is mogelijk een hakverhoging aan de buitenkant van de schoen noodzakelijk.

verwacht resultaat  : klachtenvermindering tot klachtenvrij

 

14.3 Knie/heup/rugklachten bij afwijkende voetstand en/of -functie

moment verwijzing  : bij chronisch verlopend klachtenpatroon
klachten  : klachten tijdens of na belasting
behandeling  : corrigeren van de voet-afwikkeling en de voetstand door podotherapeutische corrigerende zolen;controle van mogelijk beenlengteverschil, eventueel compensatie met hakverhoging
verwacht resultaat  : redelijk tot goed resultaat, afhankelijk van de onderliggende oorzaak en het bewegingspatroon

 

14.4 Overpronatie tijdens lopen/geproneerd lopen

moment verwijzing  : bij klachten
klachten  : overpronatie is een veel voorkomende oorzaak van veel verschillende aandoeningen aan de onderste extremiteit.Met name klachten aan de mediale zijde van de onderste extremiteit kunnen veroorzaakt worden door overpronatie of door volledig geproneerd (in valgus) lopen.
behandeling  : podotherapeutische zolen ter correctie van de voetfunctie.Schoenadvies. Vooral bij kinderen ook voetspierversterkende oefeningen.
verwacht resultaat  :  klachtenvermindering tot klachtenvrij

 

14.5 Supinatie bij hielcontact/gesupineerd lopen

moment verwijzing  : bij klachten
klachten  : bij hielcontact is voor de schokdemping van de voet een lichte pronatiebeweging noodzakelijk.Het ontbreken van de pronatie en/of het aanwezig zijn van een supinatiebeweging kunnen uiteenlopende klachten veroorzaken door het gebrek aan demping, met name aan de laterale zijde van de onderste extremiteit. Ook het volledig op de laterale zijde van de voet afwikkelen (gesupineerd/in varus lopen) kunnen dergelijke klachten veroorzaken.
behandeling  : podotherapeutische zolen ter correctie van de voetfunctie.Schoenadvies. Vooral bij kinderen ook voetspierversterkende oefeningen.
verwacht resultaat  : klachtenvermindering tot klachtenvrij

 

14.6 Tenengang

moment verwijzing  : bij persisterende klachten na fysiotherapie of oefentherapie Cesar of -Mensendieck
klachten  : kunnen divers van aard zijn, zoals klachten in de voorvoet, achillespees, knieklachten
behandeling  : ascenderende corrigerende podotherapeutische zool: door hakverhoging bevordering van het hielcontact.Vaak hangt tenengang samen met een verminderde dorsaalflexie in de enkel. Voor behandeling: zie dan dorsaalflexiebeperking enkelgewricht (hoofdstuk 7.16).
verwacht resultaat  : afhankelijk van oorzaak en leeftijd

 

 

Terug naar bovenliggende pagina